Sneeuw is natuurlijk prachtig, zeker als het in Zuid-Limburg valt. Het landschap verandert snel in een winterwonderland als de doorgaans groene heuvels hun kleur verliezen aan een witte laag sneeuw. Maar ja wat als je graag gaat wielrennen door deze prachtige heuvels? Hoe ga je dan goed voorbereid op pad, waar moet je dan op letten?
Je racefiets heeft een hekel aan pekel!
Ga je wielrennen tijdens dagen met vorst dan krijg je te maken met pekel. Het is natuurlijk fijn dat hiermee de wegen begaanbaar blijven, maar je wielrenfiets is er minder blij mee. Dit komt omdat pekel vloeibaar blijft, waar water met vorst langzaam bevriest, doet pekel dat niet, waardoor het makkelijk doordringt in je racefiets. Het gevaar dat je fietst roest of beschadigen oploopt is dus groter. Dit is de reden dat veel wielrenners een oude racefiets houden om tijdens deze dagen wel buiten te kunnen trainen.
Zorg voor de juiste kleding
In periodes met sneeuw wordt er veel gestrooid om wegen begaanbaar te houden. Door de gesmolten sneeuw blijft het wegdek dan vaak vochtig. Let dus goed op dat je kleding waterdicht is. Het begint bij je schoenen. Zorg dat deze waterdicht zijn. Heb je geen waterdichte winterschoenen, zorg dan voor neopreen overschoenen die je voeten warm en droog houden.
Voor je lijf geldt hetzelfde advies als je voor je voeten, zorg dat het koude spatwater je kleding niet kan doordrenken. Een waterdicht gilet helpt hier enorm bij. En voor deze omstandigheden mag je wat Grimpeur betreft ook best een uitzondering maken op “de regels” door een spatbordje op je fiets te zetten. Maar overdrijven is ook een kunst, een simpel spatbord dat je aan je zadelpen klikt of een Ass-Saver is vaak al voldoende om geen natte kont te krijgen. En maakt wielrennen met sneeuw een stuk aangenamer. Maar let wel op! Als het weer ook maar iets verbeterd vliegt dat ding er meteen vanaf. Anders krijg je strafpunten!
Wielrennen door de sneeuw, kleed je in laagjes
Vaak is het lastig inschatten hoe koud het nu werkelijk is, een stevige wind kan de gevoelstemperatuur sterk beïnvloeden. Ga je wielrennen in de sneeuw, dan is het belangrijk om voorbereid te zijn. Zorg voor een goede baselayer die snel vocht afvoert. Op die manier houd je je lijf warm. Draag geen katoen of andere stoffen die langer vocht vast houden.
Als tweede laag draag je een ondershirt of bijvoorbeeld een wielershirt met korte of lange mouwen dat je ook in het voorjaar of zomer draagt. Hier overheen draag je een warme fietsjack, liefst met windstopper. Als je gaat wielrennen in de sneeuw kom je ook wel eens dagen tegen waarop het redelijk windstil is en de zon schijnt. Dan kan het lekker zijn om een iets lichter jack te dragen met windstopper gilet. Krijg je het te warm dan vouw je het gilet makkelijk op in de zakken van je fietsjack.
Pas je snelheid aan
Het kan zo mooi zijn op een winterdag, geen wolkje aan de lucht, een stralende zon en om je heen een sneeuwwit winterwonderland. Maar let op, want de weg kan verraderlijk zijn. Het liefst zoeken wij wielrenners de autoluwe wegen op, vinden we onontdekte beklimmingen en rijden we zo ver mogelijk weg van alle drukte. Laat dat nu net de plek zijn waar niet gestrooid wordt. Let dus op je snelheid en ga je fiets niet schuin leggen in een bocht. Die fratsen kunnen in het voorjaar weer.
Wil je toch lekker doorjakkeren, dan is een uitvlucht naar de gravelbike of mountainbike een super optie (en stiekem vinden we dat hier bij Grimpeur ook de leukste). Zeker als er sneeuw ligt is het prachtig om even helemaal van het grid af te gaan en gebruik te maken van de mooie mountainbikeroutes van Zuid-Limburg. Het is ook nog goed voor je balans en techniek op de fiets!
Drink, en neem voldoende eten mee
Je hebt het tijdens een winterse rit meestal niet door, zeker niet als je gaat wielrennen als er sneeuw ligt. Dan ben je waarschijnlijk vooral bezig met genieten van het uitzicht. En die bidon? Die blijft lekker zitten waar die zit. Maar stiekem ben je onder al die lagen wielerkleding wel aan het zweten. En dan kun je wel zeggen dat je ‘s winters veel minder zweet, maar kijk maar eens naar die dampwolk die uit je mond komt terwijl je ademt. Dat is allemaal vocht. Zorg dus dat je op tijd genoeg bijtankt. Om de 15 a 20 minuten een kleine slok nemen houd je lichaam goed gehydrateerd en zorgt dat je optimaal blijft presteren.
Ook eten is in de winterperiode erg belangrijk. Wielrennen in de sneeuw is mooi, je geniet van de omstandigheden, maar je bent ondertussen wel veel energie aan het verbranden om je lijf warm te houden. Een extra snack meenemen is dus geen overbodige luxe. Je verbrandt vooral koolhydraten tijdens het wielrennen, houd er dus rekening mee dat je koolhydraat rijke voeding meeneent. Zoals een kruidkoek of een powerbar.
Wielrennen door de sneeuw verhoogt het risico op lek rijden
Doordat het wegdek vaak nog nat of vochtig is door pekel en gesmolten sneeuw blijven scherpe steentjes en andere viezigheid makkelijker aan je banden plakken. Met het logische gevolg dat je dus ook sneller lek rijd. Neem daarom altijd een extra reservebandje mee, zodat je altijd thuiskomt zonder hulptroepen in te schakelen.
Ga niet fietsen met ijzel of aangevroren sneeuw
Er is altijd een groep fanatiekelingen die in ieder weertype op de wierenfiets stapt. Voor de meesten is een blik uit het raam al ontmoedigend genoeg bij ijzel of een stevige winterse bui. Voor de echte fanatiekeling geld dit niet. Dus “Check yourself before you wreck yourself” Stap niet op de racefiets als de weersomstandigheden gevaarlijke situaties kunnen opleveren. Wil je toch fietsen? Raak dan die opgekropte energie maar kwijt op een fietstrainer.
0 reacties