Mont Ventoux beklimmen. Heb jij dit jaar al een fietsdoel?

Wielrennen wordt pas echt leuk als je een doel hebt. En dit jaar had ik er één om naartoe te dromen. De pijlen zijn gericht op de reus van de Provence. Ik ga de Mt. Ventoux beklimmen. En dat zonder echte klimervaring. Ik ken de Zuid-Limburgse hobbels natuurlijk op mijn duimpje. Maar om dit nu te vergelijken met de Ventoux? Tijd voor het zware werk! Je bent pas een echte grimpeur met een kolos als de Ventoux op je palmares.

De Mont Ventoux

Wat is dit voor tegenstander? De kale berg torent hoog boven het landschap uit. Hoe hoog de Mt. Ventoux nu precies is kan ik niet met zekerheid zeggen. Vraag het een Fransman en hij zegt je dat de top op 1912 meter ligt. Het bord op de top zegt 1909 meter. Eerlijk gezegd, ik heb deze pukkel nu opgereden en of het nu het één of het ander is. Het zal me een worst wezen. Die 3 meter verschil ga je niet merken. Je zal net zo hard kapotgaan op deze slopende klim. Met recht wordt deze kameraad de reus van de Provence genoemd.

Mont Ventoux Hoogteprofiel

Ga je de reus beklimmen dan leg je ongeveer 1600 hoogtemeters af over een afstand van 21km. Dat heet als je je stuur recht houdt. Ga je zwalkend omhoog dan rij je er makkelijk een paar metertjes bij. Het gemiddelde hellingspercentage ligt rond de 7,5% en het steilste stuk asfalt (gemeten over 100 meter) is 11%. Met een beetje geluk staat er ook nog een stevig windje op de laatste kilometers naar de top. Dan wordt het echt harken. Ja, beste wielervriend, deze kale knakker is een waar pretpark voor wielrenners.

Hoe ga je trainen voor de Mt. Ventoux?

Goede vraag! Natuurlijk ben ik op internet gaan speuren. Je komt van allerlei sites en forums tegen over de Mt. Ventoux. Maar de grootste bak info heb ik toch gevonden op de dekaleberg.nl. Ga je de Ventoux beklimmen dan is het zeker de moeite waard om deze site eens goed door te spitten. Dank aan de makers van dit mooie online naslagwerk.

Mijn training, die bestond uit drie dingen. Hoogtemeters, hoogtemeters en hoogtemeters. En ik had een ingenieus plan om hieraan te komen (vond ik zelf). Omdat ik de luxe heb dat er heuvels in mijn Zuid-Limburgse achtertuin liggen ben ik opzoek gegaan naar een helling met ongeveer hetzelfde gemiddelde hellingspercentage als onze kale vriend uit de Provence.

En wat blijkt, de eerste 700 meter van de Geulhemmerberg zijn uitermate geschikt om op te trainen. Na het lange rechte stuk over de Geulhemmerweg sla je linksaf en via de afdaling van de Brakkeberg rij je weer terug naar de voet. En zo blijf je rondjes rijden tot je aan 1600 hoogtemeters komt. Zeg maar, niet Everesting maar Ventoux-ing.

Inmiddels ben ik ervaringsdeskundige en kan ik melden dat dit niet representatief is voor de beklimming van de kale berg. Wel knap als je het kan. Maar toch een tikkie anders. Maar daar kom je op de Ventoux wel achter. Op de Ventoux heb je geen tijd om even omlaag te rollen, de benen stil te houden en weer naar boven te klauteren. De spanning blijft er lekker opzitten als je jezelf 21 kilometer aan een stuk naar boven moet hijsen.

Maar goed, dit is natuurlijk niet de enige voorbereiding die ik heb gedaan. Eind november vorig jaar is de kogel al door de kerk gegaan en hebben mijn fietsmaat en ik besloten de kale reus te gaan beklimmen. Onze vrouwelijke wederhelften zagen hier wel een leuke vakantie in. Dus het vizier stond al snel scherp gesteld op Zuid-Frankrijk. De tocht naar de kale top zou gaan plaatsvinden in mei. Alle tijd dus om de beentjes voor te bereiden op de 21 kilometer lange strijd naar boven.

Mijn doel was om de beklimming onder de twee uur te fietsen. Dus er moet goed getraind worden. Ik kan je vertellen. Dan ben je ineens een stuk minder kritisch op het weer. Kou is niet erg, en van een beetje regen ga je ook niet dood. Zolang het maar niet regent en vriest tegelijk kan er gefietst worden. Door mijn gedrevenheid ben ik wel een paar keer als een ijslolly thuisgekomen. Dan ga je een warme douche pas echt waarderen.

Ze zeggen dat verstand met de jaren komt. Maar na een paar keer halfbevroren en met paarse voeten thuis te zijn gekomen viel dat kwartje een stuk sneller. Dus ik heb wel maar even geïnvesteerd in goede winter fietskleding. De beste tip ever, koop een lekker warm paar merino wollen fietssokken en neopreen overschoenen. Dan zitten je voetjes lekker knus op de pedalen. Warme voetjes zijn blije voetjes!

Ga je de Mt. Ventoux in mei beklimmen dan komen die warme fietskleren sowieso goed van pas. Op de kale knikker van de Ventoux kan best nog een klein toupetje van sneeuw liggen in deze tijd van het jaar. Gooi er een stevige Noorderwind bij en de gevoelstemperatuur keldert al snel naar de negatieve cijfers.

Kom maar op Ventoux

Uiteindelijk heb ik mijn training afgerond met een goeie duizend kilometer in de benen. Met de gemaakte hoogtemeters zat het ook wel snor. De winterperiode is echt even doorbijten. Maar zodra het voorjaar wordt merk je dat je conditie echt sprongen maakt. Je zit ook gewoon wat vaker op de fiets.

De laatste twee weken voor onze reis richting Bédoin was ik vol zelfvertrouwen. Laat die kale knaap maar komen. Ik vreet ‘m op. Mijn benen waren aan het popelen om de steile flanken van de Ventoux onder mijn wielen weg te malen. Tuurlijk wist ik dat het pijn ging doen, die lange tocht naar boven. Maar als je zowel lichamelijke als tussen de oren in een goede conditie steekt dan weet je dat je kan lijden. Dan ga je naar boven met grinta.

Bonjour Bédoin

De autoreis richting Provence spoel ik even door. De bergkriebels begonnen pas te komen nadat we Bédoin naderde. Moeder natuur was vandaag alleen een beetje dwars. We waren dolenthousiast om de kale berg voor het eerst te ontmoeten. Maar we kwamen aan in regelrecht pleurisweer. We konden de auto de oprit van onze accommodatie op laten drijven zo erg. En waar je ook keek in de wijde omtrek. Er was geen berg te zien. Dan sta je aan de voet van de Mt. Ventoux maar door de regen en mist zitten alle 1900 nog wat hoogtemeters van deze gigant verstopt voor het zicht. Lekker dan.

De weersvoorspelling voor de komende dagen zag er ook niet al te rooskleurig uit. Alhoewel, overmorgen zou het relatief droog zijn en het kwik zou naar een comfortabele 21°C stijgen. Prima omstandigheden om in de pedalen te klikken dachten wij zo. Toen overmorgen ontwaakte had de Zuid-Franse evenknie van onze Piet Paulusma geen woord gelogen. Er zat alleen nog één kink in de kabel. De top van de Ventoux zat nog steeds gehuld in een wolkendek. Jammer want dit iconische vergezicht had ik toch graag eens met mijn eigen ogen willen aanschouwen.

Maar ja de benen jeukte en de Ventoux zou en moest vandaag beklommen worden. Dit was onze derde dag in Bédoin dus dat werd ook weleens tijd. Zoals de vrienden van de kale berg op hun site vermelden is het wel handig om even de weersomstandigheden op de top te bestuderen voor je vertrekt. En dat is een gouden tip.

Op de Cauberg zal je geen temperatuurverschillen merken. Althans extern dan. Want hier kan je jezelf ook goed aan de kook brengen. Maar het temperatuurverschil met de voet en de top van de Ventoux kan aanzienlijk zijn. Die dag was het op de top 3°C. Het perfecte weer om een loopneus te krijgen. Maar dat hadden we ervoor over.

We zijn los!

Daar stonden we dan met onze wieleroutfits aan. Klaar om in de pedalen te klikken en de Ventoux te verpulveren. Mijn fietsmaat, als een ware Limburgse Quintana. 1,70m hoog en benen als een Friese knol. Ik 1,94m en 92 kilo aan pure power. Als een Dumoulin met wat extra vlees op de ribben. Alle ingrediënten zijn aanwezig voor een echte titanenstrijd. Die Ventoux heeft geen schijn van kans!

Eindelijk in het zadel. De grand depart vanuit Bédoin heeft plaatsgevonden. De aanloop is prima te doen, de route staat goed aangegeven en de bergkriebels nemen toe met ieder bord waar de Ventoux op staat aangegeven.

We hebben nog even een rondje warmgedraaid, maar dat was achteraf niet nodig. De klim vanuit Bédoin begint mild. Totdat je bij de eerste beroemde haarspeldbocht in St. Estève bent. Op een zonnige dag heb je hier een fantastisch doorkijkje naar de top. Vandaag niet. Vandaag was het gissen waar de top lag. Het weerstation op de kale berg speelde verstoppertje in de wolken.

Al snel dwingt de Ventoux respect af

Pas toen ik het bos in fietste besefte ik me dat het beklimmen van de Mt. Ventoux toch andere kost zou worden dan de voor mij zo bekende Zuid-Limburgse kuitenbijters. In Limburg zijn de klimmen te overzien. Ik ben een wielrenner die zijn beklimmingen graag op de macht beteugeld. Ik draai nooit een verzet als een koffiemolentje. Altijd probeer ik zoveel mogelijk kracht in mijn omwentelingen te stoppen en snel bij de top te zijn. Die tactiek kan vandaag het raam uit. Op de Ventoux draait het om pacing.

Na de eerste paar meters fietsen door het bos zat ik al snel vast in mijn lichtste verzet. De 34/28. Dan weet je wel meteen waar je aan toe bent. Maar het hulpeloze gevoel dat me overviel terwijl ik tegen mijn gripshift zat te tikken was geen pretje. Weer een lesje geleerd. “Zie je wel” dacht ik bij mezelf, terwijl mijn benen strijden tegen de zwaartekracht. “Wat ben ik toch ook een eigenwijze ezel. Die 32 tandjes op je cassette waren toch wel prettig geweest”. Dan had ik toch met iets meer souplesse op de fiets gezeten.

Het beruchte bos

Het bos van de Ventoux. Je wordt er gesloopt door de zinderende hitte en bedompte lucht. De stijgingspercentages zijn hels. En tijdens je strijd naar boven wordt je geterroriseerd door honderden vliegen. Ik heb er niks van gemerkt. Ja afgezien van de steilheid dan. Maar dat voelt stiekem wel lekker. Als het makkelijk was gaat de lol er ook snel vanaf.

Doordat de weg vrij breed is heb je eigenlijk niet eens door hoe steil de Ventoux hier is. Je merkt het vooral aan je drang om terug te schakelen naar een lichter verzet, terwijl je niet lichter kan. Af en toe liep de weg echt stug omhoog en moest je even “Contador style” uit het zadel gaan fietsen. Maar dat vind ik in mijn geval wel fijn, dan is de druk van de benen af en kan mijn gewicht even wat werk overnemen.

Ga je de Ventoux vroeg in het seizoen beklimmen dan valt het met de omstandigheden in het bos wel mee. Maar het bos gaat wel tussen je oren zitten. Er lijkt geen eind aan te komen. Als je je een beetje hebt ingelezen dan weet je dat het bos eindigt bij het berg cafe/restaurant Chalet Reynard. Vanaf daar is het nog een paar kilometer naar de top. Ik had geen idee hoe die toko eruitzag. Op een begeven moment dan hoop je dat ieder berghutje dat je tegenkomt Chalet Reynard is.

Maar uiteindelijk kwam de horeca tempel van de Ventoux dan wel in zicht. Onze vriendinnen stonden daar klaar als echte soigneurs met een reepje extra power en een warm fietsvest. Op naar de laatste loodjes.

Waar is de top?

Tot aan Chalet Reynard zijn we enkele verdwaalde grimpeurs tegengekomen. Waarschijnlijk lokale helden, want vanaf het chalet tot de top was het volledig uitgestorven. Geen gek die zich eraan waagde om nu naar boven te rijden. Het was guur, koud en de snijdende mistralwind begon op te steken. Toch peddelden we vrolijk door. Nu gaan we niet meer omdraaien. Maar zodra je de wolken inrijdt krijg je als snel door dat er een compleet nieuwe uitdaging op je weg komt. Dit wordt geen makkie.

Op het moment dat het zicht op de aarde onder het wolkendek verdwijnt betreden we een volstrekt andere wereld. De omgeving doet buitenaards aan. Her en der zag je door de mist een plakkaat mos over de fletse kalkstenen liggen. Verder was er geen begroeiing meer te bekennen. De beelden die ik kende van de tour rijmden totaal niet met wat ik zag. De Ventoux is rauw en verlaten zonder meutes wielerenthousiasten en reclameborden.

Maar we kachelden door. Met het mes tussen de tanden en mijn fietsmaat in het kielzog. Op dat moment hadden we geen flauw idee hoe ver het nog was en wat er nog uit de trukendoos van de Ventoux zou komen. Naast me lag een streep van sneeuw over de kalkstenen bergwand. Maar de motor draaide nog. Koud had ik het niet. Ik was een brok verbetenheid op weg naar de top.

De laatste meters

Het Simpson memorial is volledig aan me voorbijgegaan. Ik fietste in mijn eigen bubbeltje met ongeveer 5 meter zicht rondom, daarna vervaagde alles naar grijzige mist. De enige invloed die mij door deze mist nog bereikte was de splijtende wind die vanuit het niks door mijn bubbel joeg. Ik focuste op de strepen op de weg die voor mijn gevoel tergend langzaam onder mijn wielen doorschoven. Maar als ik het ritme waarmee deze strepen komen en gaan kon vasthouden was ik tevreden.

Met nog ongeveer een kilometer te gaan heb ik het afgelegd. De tank was leeg. De Ventoux kreeg de overhand. De kou, de wind, de weg. De jus was op. Ik overleefde op een waakvlammetje. Met mijn 92 kilo schoon aan de haak ben ik ook niet bepaald een bosnimf. Dus ik kan ermee leven. Ik was ver gekomen. Maar nu stond ik volledig geparkeerd. Mijn fietsmaat rook het verval en kletste uit zijn hol. Hij verdween langzaam in de mist.

Ik dacht, had ik hem maar niet verteld dat er beneden in onze koelkast twee Westvleteren 12 liggen te wachten. Dat was misschien iets te veel kolen op het vuur.

De laatste meters Ventoux waren op karakter. Ik wist dat het tempo de gehele klim goed is geweest. Ik zal en moest onder de twee uur grens blijven. Die gedachte hield mijn benen in cadans. Van tijd had ik geen besef. Maar dat ik onder die twee uur kon finishen wist ik zeker.

Eenzaam aan de top

De top doemt op uit de mist. Ik herkende het laatste steile stukje asfalt naar het weerstation van foto’s. De houten balustrade, ik zie een gebouw. Hier moet het zijn. Het loopt nog even steil op, maar met de weet dat dit de laatste horde is kan je toch nog net een heel klein verstopt vaatje aantappen voor de eindspurt.

Bovengekomen waan je jezelf in een soort vissenkom. Het bekende bruine bord dat vol is geplakt met stickers verraad waar je bent. Maar verder zijn er geen echte herkenningspunten. Je ziet het weerstation niet liggen, laat staan de kenmerkende wit rode spits. Het uitzicht ligt verscholen achter een wolkendek en zelfs de souvenirwinkel op de top was gesloten. Blijkbaar waren wij de enige gekken, maar wat voelt het goed om zo’n gek te zijn. Hij staat erop. De Mont Ventoux kan van de bucketlist worden overgezet naar het palmares. Trots!

Daar sta je dan met een smile van oor tot oor, amper 3°C, de Ventoux in de benen en de koude mistral suist langs je oren. Onze vriendinnen zouden ons onthalen op de top. Maar die zijn we blijkbaar te snel af geweest. Er arriveerde wel een bus met een lading Franse soldaten, geen idee wat ze kwamen doen, maar ze hadden er zienderogen geen zin in. Je hoefde hun maar aan te kijken en de blik in hun ogen keurde ons af als volstrekte idioten. Laat ze maar denken. Wij gaan onze beloning opeisen.

Gas op die lollie!

En die beloning komt er. Afdalen! De Ventoux is berucht om de mistralwind die huishoudt over de kale vlaktes van de top. En ik kan je vertellen dat ik blij was dat ik geen bosnimf ben. Mijn extra gewicht hield me goed aan de grond tijdens de eerste meters afdalen. Als je bergop fietst is de wind vooral zwaar om tegenop te boksen. Ga je omlaag dan wordt het een heel ander spel.

De wind krijgt vrij baan op de kale top van de Ventoux. Tijdens mijn eerste meters omlaag heb ik een paar rukwinden moeten incasseren die me de stuipen op het lijf joegen. Serieus, ik had het angstzweet in mijn naad staan. In mijn hoofd heb ik een paar keer om mama geroepen. Kom me maar halen! De wind blaast je over de weg alsof je een vlieger bent. Dan voel je je toch knap miezerig.

Dus, beste fietsvriend. Bij deze ben je gewaarschuwd. Die mistral blaast je zo het skoekeloen in. Het is echt geen kattenpis om door die windsnelheden je fietsje naar beneden te sturen.

Eenmaal onder het wolkendek vandaan speelde de wind geen rol meer. Dan is de afdaling van de Ventoux echt genieten. De afdaling is breed en overzichtelijk. Binnen no-time passeer je Chalet Reynard weer. Door het bos heen heb ik toch nog een paar vliegen gekopt met mijn helm. Dus het is een goede tip om je bril op te zetten en je mond dicht te houden als je naar beneden stort. Binnen een luttele 20 min ben je weer terug waar je vertrokken was.

De grote vraag

Teruggekomen bij ons vakantiehuisje zijn we meteen Strava ingedoken. Hoe hebben we het gedaan. Mijn tijd? 1 uur en 47 minuten, mijn fietsmaat 48 seconden sneller. Wat was het close. In die tijd is Laurens ten Dam bijna twee keer boven, maar voor mij als gewone sterveling ben ik zeer in mijn nopjes.

De dag erna heb ik de beklimming vanuit Bédoin overgedaan met mijn vriendin. Dit keer waren de weergoden ons goed gezind. Wat een stralende dag! Vanuit ons appartement zagen we s ‘morgens de top al liggen. Dit was een compleet andere ervaring. Magnifiek.

Onderweg kom je talloze lotgenoten tegen. En op het moment dat je het bos uitkomt begint de Ventoux je te betoveren. Je krijgt af en toe een doorkijkje naar het weerstation op de top. De fotografen moedigen je aan en hordes toeristen klauteren de flanken van de Ventoux op. Zo kan het ook.

Maar wat me echt bijblijft is dat epische heldenverhaal van twee dappere grimpeurs die toch op de fiets stapten zonder een einde in zicht.

 

 

Uit onze webwinkel:

Adsense

Adsense

Ook interessant

De échte Bemelerberg.

De échte Bemelerberg.

De Bemelerberg had al een iconische status. Maar is tegenwoordig nog een beetje specialer geworden. Deze sierlijk...

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *